Kloppen op de deur van de Digicup
Wedstrijden, dat zit er nog eventjes niet in, maar de voorzichtig positieve evolutie maakt dat de Digicup van de Vlaamse Zwemfederatie een opstapje kan worden naar echte wedstrijden. Om de voorbereiding op de tweede helft van het seizoen niet in het gedrang te brengen – of moeten we zeggen eerste deel van het seizoen aangezien er weinig perspectief was de afgelopen maanden – werd afgelopen zaterdag de eerste van drie wedstrijden afgewerkt.
Bij Digicup zeggen we “racen” met je clubgenoten in je eigen bad om nadien opgenomen te worden in een officieuze ranking. Geen officiële tijden dus en geen tegenstand om tegen te zwemmen, maar toch al een begin! Er werd bewust gekozen om nummers te zwemmen die we op de weinige wedstrijden in oktober 2020 ook gezwommen hebben, op die manier hebben zowel de trainers als zwemmers een eerlijk beeld van de resultaten na het harde werk.
Kleine “snottebellekes” aan de macht
Voor onze jonge zwemmers die nog in het begin staan van hun carrière opnieuw kennis maken met iets wat op wedstrijden lijkt. Lina Van Avondt (°2009) dook voor de allereerste keer met de competitie in het water en verraste iedereen met enkele vlijmscherpe tijden voor een beginner. Ook Bily Langenbick (°2008) en Hannelore Snoeck (°2007) zwommen nieuwe besttijden, waar vooral de tijden op de 200m vrije slag in verhouding met enkele maanden een stuk beter waren. Geen Lore Vlamijnck (°2009) die door een blessure tijdens de sportles op school jammer genoeg even aan de kant zit. Haar vriendin Heleen De Baedts (°2008) moet echter gedacht hebben, ik doe het voor Lore. Van middelmotor in het Vlaamse zwemlandschap wandelt ze met grote pas richting de beste zwemmers van haar leeftijd dankzij haar uitmuntende techniek. Met 5 à 6 trainingen per week slaagt ze om op verschillende stijlen de kloof te dichten, waar vermoedelijk de tegenstand al heel wat meer in het water ligt.
Bij de jongens zwom Leon Langenbick (°2010) zijn eerste 200m wisselslag en zwom zich naar een mooie 3:21,79 maar of hij het nu wil geloven of niet, het was vooral de rugslag die technisch super in elkaar zat. Ook in het jaar 2008 werden de messen geslepen. Liam D’hooge zwom bij de jongens naar enkele knappe tijdsverbeteringen, maar het was vooral Zeno Parlevliet die (eindelijk) de neus aan het venster heeft gestoken. Met zijn 1:20,94 op rugslag knalde hij maar liefst 8 seconden van zijn tijd, maar toonde hij vooral de grinta waar we al een tijdje naar op zoek waren. Knap werk Zeno, blijven werken op deze manier! Ook Lander Estievenart (°2007) zwom opnieuw naar besttijden in verhouding met oktober 2020, al blijft de schoolslag vooral zijn ding.
Oud(er) maar niet versleten
Bij de iets oudere zwemmers was het na een drukke examenperiode op de universiteit bang afwachten wat de resultaten zouden brengen. Het werd al snel duidelijk dat voor Laure Haenebalcke (°1998), Thiele Schepens (°2001) en Jonas Vlamijnck (°2001) de 200m-wedstrijd te ver was. Echter op de 100m rugslag en de 50m-wedstrijden zagen we toch loon naar werk met benaderingen van de persoonlijke besttijden, met zelfs een nieuwe toptijd voor Jonas op de 50m vlinderslag in 0:27,63. Voor Robin Vlamijnck (°2003) die ondanks zijn leeftijd ook al op de universiteit zit, bleef de schade beperkt. Knappe tijden met vooral een uitmuntende 200m wisselslag gezien de omstandigheden.
De iets jongere zwemmers verging het wel supergoed. Lisa Loontjens (°2007) verbeterde weer elke tijd die ze kon, al was geen enkel nummer haar op het lijf geschreven. Ook Eline Droesbeke (°2006) – net nieuwe in onze club – zwom een supersnelle 50m vlinderslag in 0:36,91 en zwom nadien twee keer rond haar besttijden, geen sinecure zo kort na een overgang waarbij de trainingsbelasting toch stevig wordt verhoogd. Alvaro Criel Nesta (°2004) zwom dan weer enkele degelijke wedstrijden, maar blijft toch wat op zoek naar zichzelf in coronatijden. Nood aan wedstrijdritme blijft waarschijnlijk de sleutel. Het waren echter Matthis Goethals (°2006) en Jarne Van De Sompel (°2004) die vooral van zich lieten spreken. We zagen het al wat op training, maar beide heren ontwikkeling zich als echte all-round zwemmers. Jarne zwom een razendsnelle 2:17,14 op de 200m wisselslag en ook zijn 50m schoolslag en 100m rugslag waren fenomenale besttijden. Ook de keuze om met Matthis in te zetten op alle slagen, werpt zijn vruchten af. Op alle afstanden en alle nummers zet hij zich weer in de kop van het peloton binnen zijn leeftijdscategorie.
Kortom een geslaagde eerste deel. Tijdens de krokus trainen we stevig door om nadien toch even rust in te bouwen. De volgende twee edities van de digicup staan gepland op 6 en 13 maart en hopelijk kunnen we enkele weken nadien ook weer echt de degens kruisen met de concurrentie.